Blog Het verhaal van het Smederijmuseum Nieuwkoop

Blog Het verhaal van het Smederijmuseum Nieuwkoop

Ontdek Nieuwkoop Blog

 

Het verhaal van het Smederijmuseum Nieuwkoop

 

 

 

 

Geschiedenis Nieuwkoop

De eerste schriftelijke vermelding van de plaatsnaam Nieuwkoop dateert uit 1270. Volgens een legende werd Nieuwkoop in het begin van de twaalfde eeuw gesticht door een groep zigeuners, die vanwege een gebroken wagenwiel niet verder konden reizen en besloten zich op deze plaats te vestigen.  Het gebroken rad komt terug in het gemeentewapen, maar in werkelijkheid is het dorp Nieuwkoop ontstaan als een gemeenschap van veenontginners, die de moerasachtige woestenij hier hebben omgevormd tot weiland en akkers. Tot de gemeente Nieuwkoop behoren sinds 1 januari 2007 ook de kernen Ter Aar, Nieuwveen en Zevenhoven.

De inwoners van Nieuwkoop leefden vooral van de landbouw en veeteelt. Vanaf de zestiende eeuw werd het turfsteken echter de belangrijkste bron van inkomsten. Doordat veengronden massaal werden afgegraven ontstonden er grote en diepe plassen, beter bekend als de Nieuwkoopse plassen. Dit veroorzaakte veel wateroverlast. In de zeventiende eeuw werd de waterhuishouding in het gebied sterk verbeterd door de bouw van molens en sluizen en aan het aan het einde van de achttiende eeuw werd besloten tot de droogmaking van een gedeelte van de plassen. De resterende plassen vormen inmiddels een belangrijk recreatiegebied. In de twintigste eeuw breidde Nieuwkoop zich sterk uit. Sinds 1950 is het aantal inwoners van de gemeente bijna verdrievoudigd.

 

Geschiedenis Nieuwveen en Zevenhoven

Het leven in Nieuwveen en Zevenhoven werd grotendeels bepaald door het aanwezige veen. De eerste bewoners vestigden zich aan het einde van de elfde eeuw op de pas ontgonnen veenlanden en leefden vooral van akkerbouw en veeteelt. Rond 1300 werd begonnen met het afgraven van veen en al snel legde de bevolking zich hierop toe. In de steden was namelijk veel vraag naar veen, dat in gedroogde vorm een zeer bruikbare brandstof is. Aanvankelijk werden alleen de bovenste lagen afgegraven, maar door de uitvinding van de baggerbeugel rond 1530, kon ook het veen beneden de waterspiegel worden opgebaggerd. Dit wordt ook wel slagturven genoemd. Het turfsteken had ook nadelige effecten. Er ontstonden grote, diepe waterplassen, die tegen het einde van de achttiende eeuw, tegen hoge kosten, moesten worden drooggelegd. Dankzij deze Nieuwkoopse en Zevenhovense polders kon de bevolking zich (weer) toeleggen op akkerbouw en veeteelt. Tot op de dag van vandaag overheerst de agrarische sector in het gebied.